vrijdag 22 januari 2010

Primair onderwijs in Borger-Odoorn

Onderwijsperikelen in Borger-Odoorn

Gisteravond vond het debat plaats over de toekomst van het openbaar primair onderwijs(OPO) in Borger-Odoorn.

Na een turbulente periode waarin grote exploitatie tekorten ontstonden bij het OPO is het bestuur opgestapt. Het bevoegd gezag kwam weer in handen van het College van Burgemeester en Wethouders. Nooit is duidelijk geworden welke fouten door wie zijn gemaakt waardoor de tekorten ontstonden. D66 heeft ervoor gepleit om direct in het voorjaar 2009 een nieuwe bestuursvorm in het leven te roepen. Bij voorkeur een stichting. Dit voorstel is toen helaas niet overgenomen door de rest van de raad. B&W stonden voor een moeilijke opgave. Immers er was alles aangelegen om de exploitatie tekorten bij het OPO te verkleinen. Deze bedragen komen ten last van de gemeente begroting en moeten ook nog eens een keer overgemaakt worden aan het bijzonder onderwijs. Daarnaast werd de omvang van de bevolkingskrimp duidelijk wat negatieve gevolgen heeft voor het leerlingenaantal. Tenslotte werd duidelijk dat het Rijk door de financiële crisis de betalingen aan de gemeenten fors gaat verminderen. In deze omgeving moet B&W opereren. Scholen sluiten levert geld op en is dus aantrekkelijk voor het gemeentebestuur tevens verantwoordelijk bestuurder voor het OPO. Zo ook de wens om multifunctionele accomodaties te realiseren.

De raad heeft in meerderheid besloten een scenario aan te geven dat B&W moet uitwerken. Dus geen beslissingen nog over het voortbestaan van kleine scholen. Er is veel onduidelijkheid en nog veel mogelijk. De fractie van D66 heeft niet ingestemd met het voorstel. Ze vindt dat de besluitvorming onduidelijk is voorbereid en niet zuiver is. Zie hieronder de volledige tekst van de fractiestandpunten en de inhoud van een motie om in ieder geval de scholen in Ees en Buinen open te houden.



Voorzitter,

Het onderwijs is in het algemeen en in onze gemeente in het bijzonder van groot belang voor D66.

Vanavond staan er belangrijke keuzes op de rol. Allerlei problemen uit het recente verleden en prognoses geven daartoe aanleiding.

Voor openbare basisscholen is de gemeente het overheidsorgaan dat het dichtste bij is.

Het hoogste orgaan in de gemeente is de gemeenteraad. Waarover gaat de gemeente in deze?

Dat is kort gezegd : zorgen voor goed openbaar onderwijs, zorgen voor de buitenkant van de schoolgebouwen en de raad beslist over het sluiten van scholen. Met name dat laatste is nu aan de orde. Het zorgen voor goed openbaar onderwijs heeft de raad in Borger-Odoorn gedelegeerd aan een bestuurscommissie.

Dit maakt het probleem niet eenvoudiger nu het bestuur vanwege grote tekorten vorig jaar is opgestapt. Het bevoegd gezag ligt daardoor weer bij het college van B&W, die er dus een pet heeft bij gekregen. Ze is nu weer het verantwoordelijke bestuur van het openbaar primair onderwijs. Kom ik later op terug.

Wat het sluiten van scholen aangaat zou het gemakkelijk zijn dat we breed gedragen en meetbare criteria vast kunnen stellen en we aan de hand daarvan een rationele beslissing nemen.

Helaas zo simpel is het niet. Noch breed gedragen, noch meetbare criteria zijn voorhanden behalve dan het minimum aantal leerlingen van 23. Immers de rijksoverheid betaalt dan nog voor docenten, materialen, verwarming, verlichting en onderhoud binnenkant van de school.

Simpel gezegd kun je dus alle scholen openhouden zolang er maar meer dan 22 leerlingen zijn. Echter bij dalende leerlingaantallen krijg je schoolgebouwen die groter zijn dan nodig met alle financiële gevolgen van dien.

Bovendien speelt er dan het feit dat één leraar in dit geval 3 of 4 groepen krijgt. Over de wenselijkheid daarvan zijn de meningen verdeeld in het onderwijsveld. Ook dit heeft financiële gevolgen

Het dalend aantal leerlingen, voorzitter, leidt er tevens toe dat de middelen van het schoolbestuur afnemen. Als gevolg van leegstaande lokalen stijgen de kosten voor binnenkant gebouw. Voeg daarbij de problematiek van de gemiddelde personeelslast en zie daar: exploitatie tekorten voor het school bestuur. Geen reserves bij het schoolbestuur? Voor zover ik begrepen heb zijn die uitgeput dan naar de gemeentekas.

Dat er wat moet gebeuren is overduidelijk.

Maar wát moet er gebeuren. Dat is nu aan de orde.

De volgende Drie aspecten van de problematiek wil ik nader kort toelichten:

1 bestuurlijk 2 financieel 3 schoolgebouwen

Bestuurlijk voorzitter, D66 vindt het belangrijkste dat het openbaar primair onderwijs zo snel mogelijk een nieuwe bestuurvorm krijgt. Immers de kwaliteit van het onderwijs is het beste gediend bij een professioneel bestuur en dito toezicht. De raad beslissingen laten nemen waarbij de kwaliteit van het onderwijs een belangrijke rol speelt, lijkt ons niet juist. Kwaliteit in het onderwijs is een zo ingewikkeld en divers terrein dat de raad afhankelijk is van adviezen, die dan altijd weer voor discussie vatbaar zijn. D66 betreurt het dan ook dat ons voorstel in januari 2009 niet is overgenomen om direct in januari te starten met de voorbereidingen van een nieuwe bestuursvorm. Dat zou de oplossing een stuk eenvoudiger hebben gemaakt. Conclusie D66: begin er snel aan.

Veel gegevens hebben ons bereikt over kwaliteit, inspectierapporten en meningen.

Is een kleine school wel of geen zegen voor de kwaliteit van het onderwijs, een grote school, wel of geen zegen voor de kwaliteit van het onderwijs? We hebben een verhaal ontvangen van het directieberaad over verschillende thema’s. Ons bereikten berichten dat er toch geen unaniem standpunt is bij dat gremium. Is dat juist? En nog een vraag is of er recentelijk een min of meer sturende rol in deze materie is geweest van dat deel van het opo bestuur dat vorig jaar niet is opgestapt?

Financieel dan, een brei van cijfers heeft ons bereikt. Over leerlingen aantallen, over gemiddelde personeelslast, over lump sum, onderhoudskosten, over leerlingen vervoer.

Over oude en nieuw te stichten gebouwen. Kortom er dreigen omvangrijke exploitatie tekorten zo blijkt uit de stukken.

Wat gebouwen betreft voorzitter, mijn derde punt, gaat het om bestaande schoolgebouwen nieuw te bouwen mfa’s. Vooral nieuwbouw van mfa’s heeft onze aandacht. Uitvoering voor verschillende scenario’s zal gevolgen hebben voor de gewenste omvang van de mfa’s.

Voordelen zijn het multifunctionele karakter, een flexibeler inzet en daardoor in de toekomst beter voor de schatkist van de gemeente. Nadeel is dat de laatste ontwikkeling in het denken over nieuwe scholen in politiek en wetenschap eerder gaan in de richting van kleinere eenheden dan van grotere.

Nu het moeilijkste voorzitter wat gaan we doen? Het vorige ging vooral over de aanloop naar dit moment en waar de meeste aandacht naar toe ging. Wat voor D66 belangrijk is, is het inleven in de gevoelens van kinderen, ouders en personeel en dat hebben wij geprobeerd te doen. Dat inleven is niet te vangen in cijfers en dus moet dat blijken uit onze conclusies die ik omwille van de duidelijkheid kort en bondig formuleer, met in het achterhoofd dat hier en daar de nuance geweld kan zijn aangedaan

D66 vindt het volgende:

1. zo snel mogelijk een nieuwe bestuursvorm;

2. kies voor de richting Optie 0 met een leidende norm van 33 leerlingen;

3. garandeer de ouders dat scholen in de buurt van 33 ll de komende 4 jaren de school open blijven, voor 50 ll de komende 8 jaren. Of een andere vorm van duidelijkheid.(Voor latere jaargangen evalueren met de nieuwe bestuursvorm.);

4. differentieer het onderwijsaanbod, creëer een onderwijslandschap met in ieder geval daar waar in kernen leerlingenaantallen te klein dreigen te worden scholen met moderne pedagogisch didactische aanpak, zoals Tom of vrije school(aanzuigeffect);

5. een status aparte instellen voor de scholen in Ees en Buinen;

6. beperk de omvang van nog te bouwen mfa’s (voordeel van de achterstand);

7. wacht voorstellen af van het nieuwe bestuur.

Wat betreft de financiën het volgende:

1. budgetten voor onderhoud buitenkant blijven gehandhaafd;

2. exploitatie tekorten van de opo uit bv uitstel wegenonderhoud en uitstel vervangingsinvesteringen in andere sectoren,

3. verwachte bijdragen voor krimp gemeenten uit de Rijkskas;

4. eventueel efficiency voordelen in de sfeer van bovenschools management en apparaatkosten.

Amendement D66

De gemeenteraad van Borger-Odoorn in vergadering bijeen op 21 januari 2010 te Exloo

overwegende

dat het kleinschalige Daltononderwijs in Ees dermate bewezen heeft bij te dragen aan een fundamentele keuze voor ouders om te kiezen voor ander onderwijsvormen dan de traditionele variant;

dat de school in Buinen met de TOM aanpak een kans verdient deze vorm van onderwijs verder te ontwikkelen;

dat die keuzemogelijkheden tegemoet komen aan wensen van ouders die een geschikte onderwijsvorm voor hun kind zoeken;

dat de prestaties van deze scholen inspirerend en stimulerend kunnen werken voor andere scholen om een andere vorm van onderwijs in te voeren;

dat zo een vooruitstrevend en kleinschalig onderwijslandschap in onze gemeente ontstaat passend bij een moderne plattelandsbeeld,

besluit:


welke oplossingsrichting ook gekozen wordt, de scenario’s zo aan te passen dat de Daltonschool in Ees en de TOM school in Buinen open blijven.

En gaat over tot de orde van de dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten